Waar een scene er in realiteit er heel dynamisch en interessant uit ziet, kan het op de foto ineens heel saai en ‘plat’ lijken. Een foto is natuurlijk altijd een platte weergave van een 3D beeld, en soms levert dat dus problemen op. Gelukkig zijn er trucjes die je kunt gebruiken om meer diepte in je foto te creëren. Handig voor zowel portretten en landschappen!
Gebruik een onderwerp op de voorgrond
Dit is een truc die ik heel vaak gebruik bij zowel landschappen als portretfoto’s. Een ‘onderwerp’ op de voorgrond kan op verschillende manieren diepte geven.
Bij een portretfoto kun je bijvoorbeeld in een struik gaan staan en vanaf daar de foto maken. Als je jezelf goed positioneert kun je een aantal blaadjes half in beeld nemen en deze met een groot diafragma mooi laten vervagen. Op die manier heb je meteen een interessanter beeld en creëer je meer diepte. Je kunt ook zelf voorwerpen meenemen om vlak voor je lens te houden tijdens het fotograferen, zoals een sluier of bloemen.
Bij landschappen kun je gebruik maken van natuurlijke voorwerpen die al in het landschap liggen. Denk aan grote stenen of stukken hout/takken.
Gebruik scherptediepte
Uiteraard, deze truc zul je vast al eens gebruikt hebben!
Je kent die tilt-shift foto’s vast wel, waarbij landschappen ineens op miniatuur landschapjes lijken door enkel de kleine scherptediepte te verkleinen. Hoe groter de afstand tot het onderwerp wat scherp is, hoe groter de afstand zou moeten zijn. Bij een tilt shift foto wordt het scherptediepte effect gefaked, waardoor een landschapsfoto ineens een macro foto lijkt, genomen in Madurodam.
Maar dit effect werkt natuurlijk niet alleen op deze manier, ook in je andere foto’s zorgt minder scherptediepte altijd een driedimensionaal effect.
Gebruik lijnen in je beeld
Toen je vroeger bij tekenles leerde om een weg te tekenen, tekende je de twee lijnen altijd naar elkaar toe, zodat ze bij de horizon smaller waren dan aan de onderkant van je papier. Zo creëerde je diepte!
In je foto werkt het hetzelfde. Als je gebruik maakt van lijnen die naar elkaar toe lopen voelt de foto direct dynamischer. Ideaal voor architectuur fotografie, en ook in landschappen kun je deze truc combineren met nummer 1, het gebruiken van voorwerpen in de voorgrond.
Gebruik een groothoeklens
Eigenlijk heeft een groothoeklens alles met tip nummer 3 te maken. Als je een groothoeklens gebruikt, gaan al je lijnen door de bolling van de lens namelijk wat vertekenen aan de randen, alsof je in een vissenkom zit. Daardoor creëer je haast automatisch schuine lijnen, en dus is het veel makkelijker om je foto’s diepte te geven met dit soort lenzen.
Let maar eens op bij je volgende shoots en probeer een aantal van deze tips te gebruiken. Je zult merken dat er direct veel interessantere beelden uit zullen komen!