Wil jij altijd al aan de slag met fotografie, maar ben je te lui om een boek te lezen of op internet te speuren, dan ben ik here to the rescue. In dit artikel vind je alles wat je nodig hebt om, handmatig, te gaan fotograferen!

Jullie weten het misschien wel van mij, ik vind dat er over fotografie altijd maar moeilijk wordt gedaan. Hele boekwerken worden volgeschreven, alsof het hogere wiskunde is, en je wel echt heel bijzonder moet zijn om het goed te kunnen! Natuurlijk, niet iedereen wordt goede fotograaf, en niet iedereen heeft de aanleg, maar gewoon ‘prima beelden’ schieten, dat kan écht iedereen leren. Ooit wil ik nog eens een boek over fotografie schrijven, maar dan voor de mensen die het gewoon simpel en snel willen. Zoals bloggers die af en toe foto’s moeten maken voor hun blog, maar er verder niet zo veel tijd in willen steken. Maar anyway, dat is voor later! Jullie komen voor de tips.

Scherpstellen

Vrij belangrijk als je een goede scherpe foto wilt maken. Je hebt 3 modi om uit te kiezen op je camera. AI Servo, AI Focus, en One Shot. Ik leg ze even heel kort uit:

AI Servo: In deze modus stelt je camera elke keer weer opnieuw scherp op het onderwerp als jij je ontspanknop induwt. Ideaal voor bewegende onderwerpen die op je af komen.

One Shot: In One Shot stelt de camera één keer scherp als jij de ontspanknop half indrukt.  Zo kun je dus je camera nog alle kanten op richten nadat je scherp gesteld hebt. Je stelt pas weer opnieuw scherp door de knop los te laten en weer opnieuw te drukken. Handig voor stille objecten!

AI Focus: AI Focus is een mengelmoes van de bovengenoemde AI Servo en One Shot. Verwarrend, lekker maar even niet aankomen dus.

Wil je meer informatie over deze modi, lees dan even dit artikel. Zijn je foto’s steeds maar niet scherp ondanks deze tips? Dan help ik je hier uit de brand.

De instellingen

We gaan werken in de Av-stand, simpelweg omdat dat de makkelijkste manier is om je instellingen zelf te bepalen. We werken met een stappenplan dat in de meeste gevallen goed werkt.

1. Kies je diafragma

Je diafragma bepaald kort gezegd de hoeveelheid licht in de foto, en hoe scherp of onscherp de achtergrond wordt. Je herkent het diafragma aan het f getal. Een diafragma kan klein zijn, of groot, maar ook alles ertussenin.
Een klein diafragma (hoog getal) betekent weinig licht, en veel scherp.
Een groot diafragma (laag getal) betekent veel licht, en weinig scherp, dus een onscherpe achtergrond.

Kijk dus naar de situatie en bedenk wat je nodig hebt. Een portret schiet je meestal met een onscherpe achtergrond, dus een groot diafragma. Dan krijg je ook nog eens extra licht, dus dat is mazzel! Een landschap wil je van voor tot achter scherp, dus dan kies je een wat kleiner diafragma.

2. Wat geeft je camera aan sluitertijd?

Doe even alsof je een foto gaat maken, of maak hem voor mijn part echt, en bekijk de sluitertijd. Dat is het 1/getal dat je in je schermpje ziet staan.
Nu moet je ook even naar je lens kijken. Tot hoe ver kan hij maximaal inzoomen? Als je dit niet weet staat deze waarde ook ergens op je lens aangegeven. Stel, dat is 300mm. Dan moet je sluitertijd een hoger getal hebben dan 1/300e.

3. Reageer hierop met je ISO waarde

Geen paniek, dit is de laatste waarde! De ISO zie je in het hoekje van je schermpje staan. Deze waarde kan verschillen van 100 tot ergens in de 12800. Laag betekent weinig licht maar geen ruis, hoog betekent veel licht maar veel ruis. Liever in het midden houden dus.

Goed, terug naar die sluitertijd. Was het getal hoger dan op je lens? Dan kun je de ISO een stapje naar beneden zetten. Was het getal lager dan op je lens? Je raad het misschien al, dan zet je hem wat hoger.

Compositie

Goed, dat was het meeste technische gedoe. Dan gaan we het alleen nog even hebben over de compositie! Oftewel, wat je in beeld neemt, en hoe je dat doet. Je kunt je onderwerp standaard in het midden zetten, maar je kunt ook wat creatiever zijn! De regel van derden is een goede regel om te kennen.

De regel van derden gaat van een paar lijnen in de foto uit. Als het goed is herken je deze lijnen al van programma’s als Photoshop en Lightroom, bij het uitsnijden krijg je deze lijnen ook te zien. De regel van derden ‘wil’ dat je je onderwerp op een van de kruispunten van de lijnen plaatst, in plaats van in het midden. Hierdoor wordt de foto wat minder voorspelbaar en daardoor vaak sterker.

Let wel even op je model en aan welke kant van de foto je extra ruimte geeft. Plaats de ruimte altijd aan de kant waar het onderwerp heen kijkt of loopt. Anders lijkt het onderwerp ‘opgesloten’ te zitten in de foto, en dat kijkt niet fijn.

Dat was het! Als je dit allemaal goed door hebt gelezen, zou je genoeg moeten weten om gewoon fatsoenlijke foto’s te kunnen maken. Natuurlijk, fotografie is veel méér dan dit, anders had ik er geen hele blog over vol geschreven. Maar niet iedereen wil veel meer dan gewoon, leuke plaatjes maken. En met deze info, zou dat moeten lukken 🙂